bodemmoeheid, resistentie en klimmaatverandering

Uitdagingen

Bodemmoeheid

Voor fruittelers en vruchtboomtelers is bodemmoeheid een groot probleem. Bodemmoeheid bij appel treedt op wanneer appelbomen worden geplant op grond waar al eerder appelbomen hebben gestaan. Het probleem is groter wanneer de nieuwe aanplant dezelfde onderstam heeft.

Op alle bodemtypen dwingt bodemmoeheid de kwekers van onderstammen en vruchtbomen uit te wijken naar verse grond. Steeds weer verse percelen vinden is echter niet haalbaar. Daarom ontwikkelt Fruittree Rootstocks Holland BV een bodemmoeheid tolerante onderstam. De precieze oorzaak van bodemmoeheid lijkt gezocht te moeten worden in een variatie van factoren. Er blijkt een relatie te zijn tussen bodemorganismen en bodemmoeheid. Ook lijken de verschillende exudaten van de bomen een effect te hebben.

Op grond met bodemmoeheid is de groei van appelbomen onvoldoende en wisselend. In boomgaarden benadeelt dit de productie en in kwekerijen de opkweek van goed plantmateriaal.

Steeds op verse grond telen is praktisch heel erg lastig. En chemische bestrijding van bodemmoeheid is door wetgeving verboden. Daarom ziet Fruittree Rootstocks Holland BV de ontwikkeling van een bodemmoeheid tolerante onderstam als de toekomstbestendige oplossing. Internationale en nationale onderzoeken worden op de voet gevolgd.

Fruittree Rootstocks Holland selecteert ook zelf de zaailingen en onderstammen op bodemmoeheid. Dit door te planten op besmette grond en steriele grond. De vergelijking toont de bodemmoeheid tolerantie aan.

Resistenties

Bij de ontwikkeling van de bodemmoeheid tolerante onderstam kijkt Fruittree Rootstocks Holland BV naar andere kenmerken. Er wordt ook op voor de fruitteler en boomkweker andere, belangrijke, kenmerken beoordeeld. Denk daarbij aan resistentie tegen schurft, meeldauw en bacterievuur. Door het wegvallen van effectieve bestrijdingsmiddelen tegen deze ziekten wordt resistentie steeds belangrijker.  

Toleranties

Klimaatverandering is onomkeerbaar. Extreme hitte en droogte, soms gevolgd door hoosbuien, zijn factoren waar bij de ontwikkeling van een nieuwe onderstam rekening mee gehouden wordt. Tolerantie tegen vorst en verzilting zijn ook beoordelingscriteria.